Woordvindingsproblemen

Deze winter brengt “nieuwe” woorden of woorden die je niet vaak gebruikt. De “winterwoorden” zijn wel in mijn brein maar ik kan ze niet vinden. Er zijn verschillende strategieën om lastige woorden te verankeren in je hoofd. Een van die strategieën die ik waardeer en waar ik blij van word: tekenen.

Van een paar “winterwoorden”: rijp, sneeuwklokje en ijspegels heb ik schetsjes gemaakt.

Een andere strategie is een woord onder een vergrootglas leggen: dat kan beginnen met het uitzoeken waar het woord vandaan komt (fijn, dan gebruik ik mijn etymologisch woordenboek Van Dale nog eens). Verder kun je met iemand praten over het woord, associëren. Of bedenk een logische zin met het woord erin. Bijvoorbeeld met het woord rijp:

Rijp kun je ook beschrijven als bevroren dauw, een romantische omschrijving of gewoon wat het is: afzetting van kleine ijskristallen. 

Een zin: Door de rijp is het landschap sprookjesachtig wit geworden. 

Etymologie: middel Nederlands, oud Engels, oud Noors

In het dagelijks leven ga ik ermee om door de woorden die ik niet kan vinden op te schrijven of tijdelijk in mijn telefoon te noteren. Want het gekke is dat je snel vergeet met welk woord je zo worstelt. En zo krijg ik mijn rijtjes woorden (soms met de aanleiding waarom ik dit woord wilde zeggen).

Ik merk dat deze strategieën mij verder helpen. Door met deze woorden regelmatig aan het werk te gaan, krijg ik mijn deels “ver-weg-woordenschat” weer terug.